De akkerhoornbloem (Cerastium arvense) is een vaste plant uit de anjerfamilie (Caryophyllaceae). De bloei vindt plaats van april tot augustus.

De hoogte varieert van 5-25 cm, onder gunstige omstandigheden tot 40 cm. Naast een bloeiende opstijgende stengel zijn er meerdere niet bloeiende spruiten langs de grond. De witte bloemen zijn klokvormig, hebben een behaarde kelk en vormen van vijf tot vijftien bloemige schermen. De plant wordt weleens verward met grote muur (Stellaria holostea).

De plant komt op het hele noordelijk halfrond voor, in Noord-Afrika, ook in gematigde delen van Azië en is in heel Europa vertegenwoordigd.

In West-Europa, ook in België en Nederland, komt de plant minder voor dan vroeger. Deze plant gedijt het best op voedselarme (oligotrofe) grond. Door de bemesting van haar landbouwgronden wordt ook de grond langs landwegen verrijkt. De akkerhoornbloem legt het dan af tegen soorten die in dit milieu succesrijker zijn. Wanneer de plant op iets minder voedselarme grond voorkomt, zijn de bladen vaak niet grijs of grijsgroen, maar overwegend donkergroen.

De plant kan gevonden worden in duinen en op akkers, op droge zandige grond, vaak tussen het gras. In weerwil van haar naam groeit akkerhoornbloem veel in weiden. In deze droge en voedselarme weiden groeit vaak ook knolboterbloem (Ranunculus bulbosus) . Ze wordt vaak door insecten bezocht, maar mogelijk treedt in veel gevallen geen kruisbestuiving op omdat alle planten op een groeiplaats ontstaan zijn via ongeslachtelijke weg van één moederplant.

(tekst: , foto: SieBot, Wikimedia Commons)