De dagkoekoeksbloem (Silene dioica, synoniem: Melandrium rubrum of Lychnis diurna) is een tweejarige of vaste plant uit de anjerfamilie (Caryophyllaceae). De naam dagkoekoeksbloem verwijst naar het overdag openstaan van bloemen, dit in tegenstelling van de avondkoekoeksbloem (Silene latifolia subsp. alba) en de nachtkoekoeksbloem ( Silene noctiflora).

De tot bijna een meter hoge plant heeft van mei tot september roze, tweehuizige bloemen met vijf diep ingesneden kroonbladen. De kelkbladen zijn buisvormig vergroeid tot een kelkbuis. De hoofdbloeiperiode valt in mei tot juni, maar in de herfst kan een tweede bloeiperiode plaatsvinden. De vrucht is een met tanden openspringende (dehiscente) doosvrucht.

De plant is waardplant voor de bladmineerder Pegomya flavifrons en ook voor verschillende soorten nachtvlinders. Oorwormen gebruiken de lege zaaddozen van de dagkoekoeksbloem graag als schuilplaats.

De plant groeit op vochtige plaatsen met een pH waarde tussen 6,1 en 7,8, op voedselrijke laagveen- of zandgrond. Enige schaduw is gewenst, maar volle zon is geen probleem wanneer de bodem voldoende vochtig is en blijft. Hoewel de bloemen overdag open zijn, is de plant voor bestuiving grotendeels afhankelijk van nachtvlinders.

Het natuurlijke verspreidingsgebied beslaat Europa, West-Aziƫ en in Noord-Afrika in Marokko. De plant is ingevoerd in Noord-Amerika.

De dagkoekoeksbloem is een kensoort voor het verbond van els en gewone vogelkers (Alno-padion).

Vaak wordt deze plant gebruikt bij insectenbeten.

(tekst: , foto: J. Patrick Fischer, Wikimedia Commons)