De jeneverbes (Juniperus communis) is een conifeer uit de cipresfamilie. Het is een van de weinige coniferen, naast de grove den en de taxus, die van nature voorkomt in de Benelux.

De jeneverbes is tweehuizig: er zijn mannelijke en vrouwelijke planten. Het rijpen van de 'bessen' strekt zich uit over twee jaar. De vrouwelijke zaadschubben vormen in het eerste jaar zwartblauwe, op bessen gelijkende kegelvruchten. Na de overwintering worden zij donkerblauw. De struik kan tot tien meter hoog worden.

Voor het voortbestaan van populaties jeneverbes is het belangrijk dat er voldoende exemplaren in de buurt staan en dat ze vrij staan; de wind moet met name tijdens de bloei vrij spel hebben. Dit om het zogenaamde roken van de bomen te waarborgen. De plant verspreidt namelijk tijdens de bloei wolken van stuifmeel. De grote lijster eet de kegelbessen en verspreidt op deze wijze de zaden.

De struik is een pionierssoort waarvan de zaden kiemen in minerale bodems (lees: stuifzanden) na enkele natte jaren.

De Duitse natuurgeneeskundige Sebastian Kneipp zag jeneverbes vooral als een maagmiddel.

Een belangrijk deel van de therapeutische eigenschappen van jeneverbes wordt toegeschreven aan de samenstelling van de etherische olie. De terpineen-4-ol hierin heeft diuretische eigenschappen. Lange tijd werd gedacht dat deze stof in hogere concentraties ook een irriterende werking heeft op de nieren, maar dat is nu niet meer het geval. De gerapporteerde niertoxiciteit van jeneverbessen blijkt terug te voeren op enkele case-reports waarbij sprake lijkt te zijn van verkeerd geïdentificeerde of vervuilde etherische olie van jeneverbes.

De jeneverbes bevat onder meer de volgende bestanddelen;
Zuren: diterpeenzuren, ascorbinezuur en glucuronzuur.
Flavonoïden: amentoflavon, quercetine, isoquercetine, apigenine en verschillende flavonoïdglycosiden
Tanninen: proanthocyanidinen, gallocatechinen, epigallocatechinen, gallotanninen
Etherische of vluchtige olie (0,2 – 3,42%): voornamelijk bestaande uit monoterpenen (circa 58%). Kenmerkende bestanddelen van de etherische olie zijn a-pineen, ß-pineen, myrceen, sabineen, kamfeen, kamfer, p-cymeen, cadineen, limoneen, ?-terpineen, terpineen-4-ol, terpinylacetaat, a-thujeen en borneol, evenals sesquiterpeenverbindingen zoals caryofylleen, elemeen en epoxydihydrocaryofylleen.
Andere bestanddelen: geijeron, junionon, desoxypodofyllotoxine, harsen, vetzuren en suikers,
De concentraties van de bestanddelen in de jeneverbes en haar vluchtige olie kunnen variëren onder invloed van omgevingsfactoren als geografische locatie, groeiomstandigheden, oogstmoment en manier van verwerken.

In de middeleeuwen werd de boom als een symbool van kuisheid gezien. Op een van de schilderijen van Leonardo da Vinci, het portret van de vrouwe Ginevra de' Benci, is een jeneverbes op de achtergrond te zien. De naam Ginevra is een verwijzing naar de jeneverbes. De hedendaagse naam Jennifer is een moderne variant van Ginevra.

(tekst: , foto: Rasbak, Wikimedia Commons)