Klein kruiskruid (Senecio vulgaris) is een kruidachtige, eenjarige plant die maximaal een halve meter hoog wordt, maar meestal veel kleiner blijft, zo rond de één of twee decimeter.

Als onkruid is het een plaag voor menig tuinbezitter, doordat de plant het hele jaar door bloeit - bijgaande middelste foto's zijn in februari genomen, de andere eind april - en de plant door zelfbestuiving geen insecten nodig heeft.

Klein kruiskruid brengt in een jaar verschillende generaties voort. De zaden kiemen in het voorjaar wanneer de temperatuur boven de 10 °C komt. In andere jaargetijden kiemen veel zaden wanneer het na een warme periode weer gaat regenen. Ook kiemen zaden vaak na een grondbewerking. Omdat het in voedselrijke omstandigheden snel groeit kan het zaden hebben gevormd voordat de volgende grondbewerking (zoals herhaaldelijk schoffelen) komt.

De bloemen vormen snel rijpe vruchtjes, die dankzij het vruchtpluis door de wind ver verspreid kunnen worden. Het is van oorsprong een Europese soort, maar als cultuurvolger komt hij nu in streken met een gematigd klimaat wereldwijd voor. Zo is het vanuit Eurazië in Noord-Amerika geïntroduceerd en komt daar in alle landen en deelstaten voor (behalve Puerto Rico en de Maagdeneilanden).

Klein kruiskruid blijkt zich goed te kunnen aanpassen aan bepaalde specifieke milieus. Langs autowegen zijn exemplaren gevonden die genetische aanpassingen hebben om te overleven in omstandigheden met hoge concentraties aan keukenzout (pekel) en lood (uit benzine).

De Duitse naam voor klein kruiskruid is Gemeines kreuzkraut, de Engelse naam is Common groundsel en de Franse naam is Petit Séneçon

Vroeger werd de plant als geneeskrachtig gewaardeerd. Alle delen van de plant bevatten verschillende alkaloïden.

Vanwege zijn naam werden aan het kruid vroeger allerlei beschermende krachten toegeschreven. Zo werd het gebruikt als afweerkruid tegen heksen en werd het in de wieg gelegd om de baby te beschermen.

(tekst: , foto: SieBot, Wikimedia Commons)