Het maarts viooltje (Viola odorata) is een vaste plant uit de viooltjesfamilie (Violaceae).
Maarts viooltje is tweezaadlobbig, en kiemt dus met twee kiemblaadjes.

Bladeren

De bladeren zijn eirond, hebben een diep hartvormige voet, zijn stomp en groeien na de bloei sterk uit. Ze zijn verspreid behaard. De steunblaadjes zijn langwerpig, meestal gefranjerd en kaal of ze hebben een zwak behaarde rand.

Maarts viooltje is vegetatief van Ruig viooltje te onderscheiden door de korte teruggeslagen, ½ mm lange haren op de bladstelen.

Bloeitijd

Het maarts viooltje bloeit ongeveer van begin maart tot eind mei en soms ook in augustus en september. In milde winters kan de plant al eerder worden waargenomen. In de zomer worden cleistogame bloemen gevormd, net als bij het bosviooltje (Viola riviniana).

Maarts viooltje is een halfschaduwplant van voedselrijke, losse, humeuze en vochthoudende, vaak kalkhoudende, minerale bodem. In Zuid-Limburg en op de grens van rivierdalen met heuvelgebieden groeit de plant aan de randen van loofbossen aan de voet van hellingen, waar humusrijk materiaal bijeengespoeld wordt. In Zuid-Limburg komt zij talrijk voor in holle wegen. In de uiterwaarden van grote rivieren staat zij in rivierduinbosjes en onder heggen van doornstruiken. In Zeeland zoekt zij op dijken de beschutting van doornstruiken. Maarts viooltje kan in de zon groeien, maar wordt in open dijkbermen door gras verdrongen. Maarts viooltje groeit in stinzenmilieu’s langs de Utrechtse Vecht, de Hollandse binnenduinrand en in Noordwest-Friesland.

Het areaal van maarts viooltje omvat Europa (behalve het noordelijke deel), Zuidwest-Azië en Noordwest-Afrika en is elders ingeburgerd.

In Nederland is maarts viooltje vrij algemeen in Zuid-Limburg, het rivierengebied, het Deltagebied en het kalkrijk duingebied. Verwilderd komt zij in toenemende mate in het stedelijke gebied voor. Ze groeit hier onder andere in parkbossen, op kerkhoven en onder hagen.

De werkzame bestanddelen van het maarts viooltje zijn onder meer violine (een alkaloïde),
salicylzuur en saponine. In de volksgeneeskunde wordt de wortel van het maarts viooltje beschreven als braak- en laxerend middel. De plant wordt genoemd als werkzaam bij hoesten, kinkhoest en reumatische klachten, vooral van de handgewrichten. De bloembladeren kunnen gekonfijt worden gebruikt om cakes, ijs en pudding mee te versieren. Ook kunnen de bloembladeren rauw worden gegeten in een salade. De plant bevat verfstoffen.

(tekst: )