De paardenbloem (Taraxacum officinale) is een soort uit de composietenfamilie (Asteraceae). In deze familie zijn bloemen sterk gereduceerd en klein en staan ze dicht bij elkaar in een bloemhoofdje. Paardenbloemen zijn heel algemeen. In april kunnen ze hele weilanden geel kleuren. Dat neemt niet weg dat bepaalde micro-soorten en secties zeldzaam kunnen zijn.

De paardenbloem komt van oorsprong voor in Afrika, Azië en Europa en is door toedoen van de mens over veel andere plaatsen verspreid.

Paardenbloemen zijn eetbaar. De jonge bladeren zijn minder bitter dan de volwassen bladeren. Deze jonge blaadjes worden verkocht als molsla. Maar de kweek van de echte molsla is arbeidsintensiever. Dit gebeurt door de in het voorjaar uit de overwinterde wortelen of uit ondergespitte planten uitgroeiende jonge bladscheutjes bedekt te houden zodat geen, of weinig, bladgroen ontstaat. Vroeger werd in molshopen naar deze 'gebleekte' paardenbloembladeren gezocht, vandaar de naam molsla.

Door veredeling is een verbeterde, bladrijke molsla verkregen. Molsla wordt op diverse markten in Europa als malse voorjaarsgroente aangeboden. In Nederland en België is het niet ruim verkrijgbaar.

De bloem is voor de zaadzetting eetbaar, daarna niet meer.

De wortel in gedroogde vorm wordt wel tegen nier- en galkwalen gebruikt.
Afkooksel van de wortels, verse worteltinctuur of vers geperst wortelsap van de paardenbloem wordt gebruikt voor de behandeling van artritis.
De melk van de plant kan gebruikt worden tegen puistjes door ze rechtstreeks aan te brengen.
Het sap van de bloem zou helpen tegen wratten.

Van de bloemen kan een honingachtige siroop worden gekookt. Ook kan er jam mee worden gemaakt. In Engeland bestaat een traditionele frisdrank waaraan deze siroop is toegevoegd.

Koeien, schapen en geiten gebruiken de paardenbloem als medicijn. Taraxacum is Oudgrieks voor 'medicijn tegen darmstoornis', en de paardenbloem kent in de kruidengeneeskunde ook nog verschillende andere toepassingen. De mogelijke ondersteuning van de leverfunctie van melkvee is voor de melkveehouderij dan ook een belangrijk aspect van de paardenbloem.

Door een strikt maaibeleid kan de paardenbloem beheersbaar blijven in grasland.

In de Sovjet-Unie is getracht om uit paardenbloemen rubber te fabriceren. Er werden speciale landbouwwerktuigen voor ontwikkeld en speciale fabrieken gebouwd. In 1941 was het areaal paardenbloemen 67.000 ha groot en waren er meer dan 10.000 kolchozen bij betrokken. In bepaalde jaren voorzag de paardenbloementeelt in 30 procent van de rubberbehoefte van de Sovjet-Unie. Eén hectare paardenbloemen levert 150 kilogram rubber tegen 2000 kg per ha voor de Braziliaanse rubberboom. Door de opkomst van synthetisch rubber ging de betekenis van de paardenbloementeelt voor de productie van rubber verloren.
Paardensla is een alternatieve naam, de paardenbloem werd ook wel als veevoer gebruikt.
Cavia's en konijnen kan men goed voeren met versgeplukte bladeren van de paardenbloem.

In de iconografie is de paardenbloem het symbool en attribuut van de gematigdheid. Ook is het een christelijk symbool van rouw.

(tekst: )