De reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum) is een tweejarige tot vaste plant, die behoort tot de schermbloemenfamilie (Apiaceae). Het aantal chromosomen is 2n = 22.

In de 19e eeuw is de reuzenberenklauw uit Zuidwest-Azië als tuinplant in Europa geïntroduceerd. In de Benelux is deze exoot volledig ingeburgerd. De reuzenberenklauw wordt anno 2010 steeds vaker in verstedelijkt gebied aangetroffen en, mede om de schadelijke werking van het sap van deze plant op huid en ogen, in toenemende mate als een probleem ervaren. Sinds 2017 is in de landen van de Europese Unie bestrijding van de plant verplicht, en verhandelen ervan verboden.

De plant heeft klauwvormige bladeren. Ze is verwant aan de gewone berenklauw, maar veel groter. Een nog veel sterker gelijkende verwante soort is de Perzische berenklauw.

De reuzenberenklauw kan, afhankelijk van de groeiplaats, in de lente in een paar maanden tijd uitgroeien tot een hoogte van 4 meter. Afhankelijk van de groeiplaats zullen de zaailingen na een of meerdere jaren de bloeifase bereiken. Het eerste jaar blijft de plant laag ( 50 cm), het jaar erop is hij meestal volgroeid, en bloeit van juni tot augustus met een variabel aantal samengestelde schermen vol witte bloemetjes. Na de bloei sterft de plant af.

De plant is vooral te vinden langs wegen en op plaatsen die niet begraasd of bewerkt worden. De plant komt veelal voor op ruderale terreinen met verstoorde, voedselrijke grond.

Omdat de reuzenberenklauw zo kiemkrachtig is en met zijn bladeren al het licht voor andere planten wegneemt, wordt de soort beschouwd als een onkruid. In gebieden die niet begraasd worden drukt de invasieve soort alle andere planten weg; daar komt bij dat hij in de Benelux naast grote grazers en schapen geen natuurlijke belagers kent.

De reuzenberenklauw is niet giftig, althans in vergelijking met bijvoorbeeld monnikskap (Aconitum) of de Taxus baccata. Vooral schapen zijn er dol op. Wel bevat het sap van de plant furocoumarinen, die voor mensen sterk fototoxisch zijn. Blootstelling aan zonlicht na contact met het sap kan bij sommige mensen na 24 uur rode jeukende vlekken veroorzaken, die gevolgd worden door zwelling en blaarvorming (fytofotodermatitis). Het letsel kan eruitzien als een brandwond en het kan twee weken duren voordat het genezen is. Als litteken kan er een bruinverkleuring optreden. Wanneer het sap in de ogen komt, kan dit tot blindheid leiden. Als voorzorgsmaatregel moet dus elk contact met het plantensap vermeden worden; als dit toch gebeurd is, moet het sap zo snel mogelijk afgespoeld worden en moet blootstelling aan zonlicht van de huiddelen die in contact geweest zijn met het sap vermeden worden.

Het effect van contact met het plantenvocht in combinatie met zonlicht kan ernstig zijn door het veroorzaken van brandwonden, en is vergelijkbaar met de gevolgen van contact met carbolineum. Als voorzorg bij de bestrijding van de plant wordt aanbevolen volledig gekleed te gaan met beschermende kleding. Bij mechanische bestrijding wordt een veiligheidsbril gebruikt.

Tot de mechanische bestrijdingsmethoden behoort het uitsteken van jonge planten, het herhaald maaien in combinatie met het handmatig schoffelen, om te voorkomen dat de plant in bloei komt of tot zaadvorming overgaat.

Biologische bestrijdingsmethoden zijn begrazing, behandeling met schimmels, met aaltjes bij de ondergrondse delen, of met kevers bij de bovengrondse delen.

In oorspronkelijk verspreidingsgebied blijkt het aaltje de wortels te belagen en kever de bovengrondse delen.

In Nederland wordt in het voorjaar een schimmel toegepast. Na anderhalf jaar is de reuzenberenklauw ter plaatse verdwenen.

(tekst: , foto: BotMultichill, Wikimedia Commons)