Viltig kruiskruid (Jacobaea erucifolia, synoniem Senecio erucifolius) is een plantensoort uit de composietenfamilie.

De omwindselbladeren (schubachtige bladen die het bloemhoofdje omgeven) van viltig kruiskruid hebben meestal geen zwarte top zoals Jakobskruiskruid en de bladeren zijn wat anders van vorm (iets minder complex ingesneden) en hebben vaak een enigszins omgekrulde bladrand. Deze plant maakt geen rozetten, is overjarig en heeft soms uitlopers. Ze groeit graag op vochtige kalkhoudende grond, vooral op beplante dijken en slootkanten. Viltig kruiskruid verspreidt zich ook door wortelstokken met uitlopers waar weer jonge plantjes uit groeien. Ook verspreiden ze zich door zaad. Viltig kruiskruid bloeit van eind juli t/m september.
Net zoals alle andere in Nederland voorkomende kruiskruiden bevatten alle delen van de plant giftige pyrrolizidine alkaloïden.

Rupsen (ook die van de Jakobsvlinder) worden door tal van geleedpotigen geconsumeerd, bijvoorbeeld mieren.
De Jakobsvlinder zet geen eitjes af in de buurt van nesten van bijvoorbeeld de rode bosmier tenzij kruiskruid schaars is geworden. Luizen daarentegen worden "bewaakt" door mieren, de mieren leven van de wat zoete ontlasting van de bladluizen. Bladluizen zoeken planten op met een laag alkaloïdegehalte, de in haar kielzog verschijnende mieren houden deze planten vrij van andere consumenten.
Het gevolg is dat in jaren met veel kaalvraat door luisjes alkaloïde-arme exemplaren van kruiskruid in het voordeel zijn (zebrarupsen doen meer schade dan luizen), maar in rupsarme jaren in het nadeel. Spreiding in het alkaloïdegehalte betekent dus ook risicospreiding voor de plant.

(tekst: , foto: Aka, Wikimedia Commons)