De grote tijm (Thymus pulegioides) is een struikachtige, vaste plant, die behoort tot de lipbloemenfamilie (Labiatae oftewel Lamiaceae). De soort staat op de Nederlandse Rode Lijst van planten als vrij zeldzaam en matig afgenomen. De plant komt van nature voor in Europa en wordt ook gebruikt in siertuinen. De plant heeft een aromatische geur.

De plant wordt 2-30 cm hoog en heeft opgerichte, vierkantige, alleen op de ribben behaarde stengels. Alleen de onderkant van de stengels is verhout. De vrij dunne en slappe, tot 9 mm lange bladeren zijn eirond tot elliptisch en aan de voet versmald.

De grote tijm bloeit van juni tot de herfst met roodpaarse of soms witte bloemen. De onderste twee kelktanden zijn langer en veel smaller dan de bovenste drie. De bloeiwijze is een schijnkrans.

De vrucht is een vierdelige splitvrucht.

De plant komt tussen het gras voor op matig voedselarme grond. Vaker is de soort ook aan te treffen op een kaler, verhoogd plekje, of op kalere hellingen. In Zuid-Limburg komt kruiptijm (Thymus praecox) naast grote tijm voor. De soorten onderling zijn niet gemakkelijk te determineren. Grote tijm heeft vierkantige en kruiptijm bijna afgeronde bloemstengels. Ook is de bloemstengel van de kruiptijm rondom behaard en die van de grote tijm alleen op de ribben. De bladeren van kruiptijm zijn vrij dik en stijf en die van grote tijm tamelijk dun en slap.

(tekst: , foto: Thommybe, Wikimedia Commons)