De korenbloem (Centaurea cyanus), ook wel wilde korenbloem genoemd, is een 30-60 cm hoge, eenjarige plant uit de composietenfamilie. Binnen het geslacht Centaurea is het een van de drie soorten die van nature voorkomen in België en Nederland. Hij staat op de Nederlandse Rode lijst (planten) van 2000. In Vlaanderen heeft de soort de status "achteruitgaand".

De korenbloem dankt zijn naam aan de traditionele groeiplaats; op akkers tussen het graan. Doordat de plant slechts weinig ruimte nodig had, kon hij hier tussen het hoge graan overleven. Door de teelt met gezuiverd zaaigoed komt de plant in dit milieu vrijwel niet meer voor. In bermen van binnenwegen zijn de blauwe bloemen nog wel regelmatig aan te treffen. De plant neemt zelfs toe, waarschijnlijk doordat veel bermen minder vaak dan vroeger worden gemaaid.

De trompetvormige straalbloemen met driehoekige slippen hebben een opvallende diepe kleur blauw, die aanleiding heeft gegeven tot de naam korenbloemenblauw. De voet van de buisbloempjes is paars. Een plant kan wel tot 20 bloemen vormen, die veel nectar produceren. De bloeiperiode is van juni tot augustus.

De latijnse naam refereert naar de mytische centaur Cheiron. Nadat deze was geraakt met een gifpijl, stelpte hij de wond met deze bloem. Toen hij eenmaal de helende kracht van de korenbloem had gemerkt, werd hij de ontdekker van de korenbloem genoemd .

Een verwante van de korenbloem kan als onderdeel van mengsels wilde zaden gekocht worden, maar er zijn ook cultivars van de korenbloem te koop als 'Blue Boy', 'Blue Ball', 'Red Boy' en 'Red Ball', 'Silver Queen' en 'White Ball'.

De plant komt wereldwijd voor in gematigde streken.

Een aftreksel van de bloemen en bladeren is wel gebruikt tegen bronchitis.

(tekst: , foto: Queryzo, Wikimedia Commons)