Tuinbingelkruid (Mercurialis annua) of eenjarig bingelkruid is een eenjarige plant uit de wolfsmelkfamilie (Euphorbiaceae). De soort lijkt erg op bosbingelkruid (Mercurialis perennis). De plant heeft geen melksap. De plant komt onder andere voor in moestuinen, vandaar de naam. Tuinbingelkruid komt van nature voor in het Middellandse Zeegebied en is vandaaruit verspreid over West- en Midden-Europa en verder naar Noord-Amerika, Argentinië, Zuid-Afrika en Nieuw Zeeland.

De plant wordt 20 - 40 cm hoog en heeft een kale, rechtopgaande, vierkantige, bossig vertakte stengel. In tegenstelling tot bosbingelkruid heeft de plant geen uitlopers in de grond. Het lichtgroene, kort gesteelde, kale of licht behaarde, lang-eironde tot lancetvormige blad is 3 - 8 cm lang en heeft een stomp getande bladrand. De vrouwelijke planten hebben smallere bladeren dan de mannelijke.

De plant bloeit van juni tot in de herfst met onopvallende, groengele bloemen, die drie bloemdekbladen hebben. De planten zijn meestal tweehuizig. Bij de vrouwelijke plant komen de zittende 3 - 4 mm grote vrouwelijke bloemen meestal in de bladoksels voor, meestal één of soms 2 - 3 per bladoksel. De mannelijke bloemen vormen veelbloemige, aarachtige kluwens en hebben 8 - 12 meeldraden. Als de meeldraden rijp zijn, worden de bloemen in hun geheel weggeschoten.

De vrucht is een 3 - 4 mm brede, tweehokkige kluizige splitvrucht, die minder dicht behaard en kleiner is dan die van het bosbingelkruid.

Tuinbingelkruid komt voor op vochtige, voedselrijke, kalkhoudende grond.

Zowel de zaden als de wortels van het tuinbingelkruid zijn giftig. Ze bevatten mercurialine (met saponine werking) en blauwzuurglycosiden. Deze gifstoffen hebben een lokaal bijtende werking op het maag-darmstelsel en vernietigen rode bloedcellen. Vooral het rund en het schaap zijn er gevoelig voor.

Deze plant is waardplant voor de larven van de wolfsmelkpijlstaart (Hyles euphorbiae).

(tekst: , foto: Mbc, Wikimedia Commons)