De blauwe bosbes (Vaccinium myrtillus) is een vaste plant uit de heidefamilie (Ericaceae).

Het is een struikje van 15-60 cm hoog (of zelfs iets meer). De plant houdt niet van kalkhoudende grond, maar past zich beter aan op een vochtige, zure bodem. De kalkmijdende plant groeit voornamelijk in open bossen (zowel in loofbossen als naaldbossen), op heide en veen in de gematigde en subarctische gebieden in de wereld (Europa, Noord-Aziƫ, Japan, Noord-Amerika en zelfs lokaal nog in Groenland). Deze plant is in Europa nauw verwant met de rode bosbes (Vaccinium vitis-idaea), waarmee hybriden gevormd kunnen worden en in Noord-Amerika met Vaccinium membranaceum en Vaccinium parviflorum.

De blauwe bes (Vaccinium corymbosum) wordt vaak foutief blauwe bosbes genoemd, en wordt in tegenstelling tot de blauwe bosbes op grote schaal commercieel geteeld. De blauwe bosbes wordt niet commercieel verbouwd, vanwege een moeilijke vermeerdering en een relatief lage opbrengst. Voor commerciƫle doeleinden wordt de soort nog in het wild verzameld.

De stengels ontspringen uit een wijdverspreid wortelstelsel met een wortelstok. De kantige twijgen zijn groen.

De bladeren zijn lichtgroen, eirond tot elliptisch en hebben een zwak gezaagde rand. Ze zijn 1-3 cm lang. De bladeren vallen af in de late herfst. Hierbij worden ze eerst geelbruin; maar op sommige plaatsen kunnen ze oranje of rood kleuren (afhankelijk van de voedingsstoffen in de grond)

De kruikvormige bloemen zijn roze en hebben een groene waas. De bloemen zijn met hun open einde naar beneden gericht.

De bloeitijd is van april tot juni, met soms een tweede bloei in de herfst. De bestuiving gebeurt meestal door hommels, maar ook door andere insecten zoals wespen. Bovendien kan de blauwe bosbes zichzelf bestuiven.

Kort na het uitbloeien van de roze, bolronde bloemen ontstaan er op stengels, ouder dan 3 jaar, zwartblauwe bessen, bedekt met een waas. Elke bes kan tot veertig zaadjes bevatten. Het sap is purperkleurig. De bessen zijn eetbaar. Ze worden voornamelijk gebruikt voor jam of voor gebak. Ook worden ze vers gegeten, vooral vanwege het hoge gehalte vitamine C.

Voortplanting gebeurt meestal vegetatief met nieuwe scheuten uit de wortelstok. Op deze wijze kan een plant wel 25 jaar bestaan, hoewel na 15 jaar er geen nieuwe scheuten meer gevormd worden. Bij het naderen van de herfst worden de voedingsstoffen uit de bladeren overgebracht naar de wortelstok, zodat er, in de volgende lente, weer een krachtige plant kan ontstaan.

Blauwe bosbes heeft een mycorrhizale mutualistische symbiose met schimmels. Deze leveren voedingsstoffen uit de bodem, terwijl de plant hen suikers en koolhydraten bezorgt. Dit gebeurt via het mycorrhiza: talrijke schimmeldraden (hyfen) die verbonden zijn met de wortels.

(tekst: , foto: Banangraut, Wikimedia Commons)