Gewoon struisgras (Agrostis capillaris, synoniem: Agrostis tenuis) is een vaste plant uit de grassenfamilie (Poaceae). In het wild groeit gewoon struisgras niet alleen op vochtige plekken, maar ook in weilanden, in wegbermen en in het bos. Ook komt het voor op ietwat zure gronden van heide en veengebieden. Tijdens droogte blijft gewoon struisgras lang groen. Daarnaast is het één van de belangrijkste grassoorten voor gazons en is het zeer goed geschikt voor de greens van golfvelden.

De plant wordt 10-70 cm hoog, vormt een dichte zode en vormt soms korte bovengrondse uitlopers. De plant heeft lange ondergrondse uitlopers. De gladde stengels kunnen aan de onderste knopen wortels vormen.
Gewoon struisgras bloeit begin tot half juni. De bloeiwijze is een pluim. De bruine pluimen van aren vallen in de weide goed op.

De bladeren zijn lichtgroen, fijngepunt en onbehaard; de lengte is maximaal 15 cm en de breedte 5 mm. Vaak zijn de bladeren een beetje opgerold. Het tongetje (ligula) is ringvormig en maximaal 2 mm lang.

De plant bloeit met een 5-15 cm lange pluim. De aartjes zijn eenbloemig en 2-4 mm lang. Eerst zijn ze groen, maar na verloop van tijd worden ze purperachtig bruin. De aartjes zijn allemaal gelijk. Het lemma (schutblad) is ongenaald of met een korte naald nabij de top.

De vrucht is een graanvrucht.

Gewoon struisgras kan zeer goed tegen kort maaien, vormt een zeer dichte zode en heeft een groot herstellingsvermogen. De plant kan echter slecht tegen betreden. Is hierdoor zeer geschikt voor siergazons en greens, maar ongeschikt voor speelgazons.

(tekst: , foto: Rasbak, Wikimedia Commons)