Hoog struisgras (Agrostis gigantea, synoniemen: Agrostis stolonifera subsp. gigantea en Agrostis nigra) is een zodevormende vaste plant die behoort tot de grassenfamilie ('Poaceae). Ook wordt hoog struisgras vaak aangeduid met de botanische naam Agrostis alba. Een probleem hierbij is dat Linnaeus deze naam aan een andere plant heeft gegeven. Ook wit struisgras Agrostis stolonifera wordt wel Agrostis alba genoemd. Er bestaat dan ook veel verwarring bij het gebruik van de botanische naam Agrostis alba. Hoog struisgras heeft 2n = 42 chromosomen en heeft geen bovengrondse uitlopers, terwijl wit struisgras, zoals de botanische naam al zegt, veel bovengrondse uitlopers vormt.

De plant wordt 40-120 cm hoog en vormt wortelstokken met lichtbruine 5-7 mm brede schubben. De zeer ruwe bladeren zijn tot 8 mm breed , 20 cm lang en het getande tongetje (ligula) is 3-6 mm lang.

Hoog struisgras bloeit in juni tot augustus met 8-25 cm lange pluimen, die ook na de bloei wijd blijven openstaan. De eennervige kelkkafjes, op de nerf zeer ruw, zijn 2,5 mm lang. De aartjes zijn 2-3 mm lang. Het onderste kroonkafje (lemma) is ongenaald, maar ook een kort naaldje vlak bij de top kan voorkomen. Het onderste kroonkafje is ongeveer 2 mm en twee keer zo lang als het bovenste. De gele helmhokjes zijn ongeveer 2 mm lang. De vrucht is een graanvrucht.

Hoog struisgras komt voor op vochtige en voedselrijke gronden, in bermen en langs greppels.

(tekst: , foto: Rasbak, Wikimedia Commons)