Kropaar (Dactylis glomerata) is een plant uit de grassenfamilie (Poaceae), die niet alleen in het wild voorkomt, maar ook ingezaaid wordt voor voederdoeleinden. Het is een pollenvormende soort die voorkomt in graslanden en aan wegbermen. Het is een minder smakelijk en voedzaam weide- en hooigras dan Engels raaigras (Lolium perenne). De hoogte is circa 150 cm.

Het blad is licht- of grijsachtig groen en wordt tot 35 cm lang. De ligula (tongetje) is tot 12 mm lang en is min of meer driehoekig.

De aartjes zijn tot 9 mm lang en hebben twee tot vijf bloempjes. Het geheel is een eenzijdige pluim die weinig vertakt is.

De vrucht is een graanvrucht.

Kropaar wordt in Nederland weinig gebruikt en is vooral geschikt voor grasland op droge grond. Kropaar groeit bij een lage pH minder goed. Er zijn grofbladige en fijnbladige rassen, waarbij de fijnbladige rassen het smakelijkste zijn. Lang gras is minder smakelijk voor het vee. De voederwaarde is matig en een stuk minder dan die van Engels raaigras. Kropaar heeft een vrij hoog kaliumgehalte.

Kropaar is een waardplant voor de vlinders zwartsprietdikkopje, bont dikkopje, groot dikkopje, bont zandoogje, koevinkje, vals witje, argusvlinder en kleine argusvlinder en de microvlinders Ochsenheimeria taurella, Elachista atricomella, Elachista luticomella, Elachista albifrontella en Elachista gangabella.

De vruchten kunnen aangetast worden door moederkoren (Claviceps purpurea).

(tekst: , foto: Rasbak, Wikimedia Commons)