De rijsbes (Vaccinium uliginosum) is een struik uit de heidefamilie (Ericaceae). De soortaanduiding uliginosum slaat op de groeiplaats en betekent "moerassig".

De rijsbes groeit in bosvennen met vochtige, turfhoudende aarde op het noordelijk halfrond, in Europa, waar de soort ook voorkomt in Nederland en België. In Nederland komt de rijsbes onder andere voor in het Vragenderveen. In de bergen vindt men de plant tot op 3000 meter hoogte. De plant wordt gekweekt voor zijn bessen in Duitsland en in sommige Oost-Europese landen. De plant komt ook voor in de gebergten van Mongolië, Noord-China, Centraal-Japan en de Koerilen, de Sierra Nevada in Californië (Verenigde Staten), de Rocky Mountains in Utah (Verenigde Staten) en het Arctisch gebied.

De rijsbes kan worden verwerkt tot gelei, jam en sap. De bessen worden in de volksgeneeskunde bij diarree en blaasontstekingen gebruikt. In het oosten van Siberië wordt de struik gebruikt voor het looien van leer en wordt uit de bessen een sterke brandewijn vervaardigd.

Bij het consumeren van grotere hoeveelheden rijsbessen kan een roesachtige toestand optreden, waardoor hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid en braken kunnen optreden. Vermoedelijk is de schimmel Sclerotina megalospora, die op de bessen parasiteert en gifstoffen produceert daarvoor verantwoordelijk.

Rijsbes is waardplant van de dagvlinders veenluzernevlinder, poolparelmoervlinder, Freija's parelmoervlinder en de microvlinders Acleris sparsana en Phiaris schulziana.

(tekst: , foto: Banangraut, Wikimedia Commons)